Spelling : Oefenen met verschillende spellingcategorieën
Dit bestand bevat een speluitleg en 48 kaartjes met verschillende spellingcategorieën om te oefenen.
Print en lamineer van te voren kaartjes met verschillende spellingcategorieën erop. Bijvoorbeeld een kaartje met: woord eindigt met te, woord begint met sch, woord waarbij de s verandert in z bij meervoud, etc. Zorg ook dat je twee bakken tot je beschikking hebt waar de leerlingen de kaartjes uit kunnen halen.
De leerlingen worden verdeeld in tweetallen. Eén van het tweetal staat klaar bij het startpunt. Op het startsignaal rennen de leerlingen naar de bakken, halen een spellingscategorie op en rennen terug. De leerling die het kaartje heeft opgehaald laat het kaartje aan de andere leerling zien. Hij moet een woord bedenken die past bij het kaartje. Hij schrijft het woord op en laat het woord controleren door de leerling die het kaartje heeft opgehaald. Klopt het woord? Dan brengt de andere leerling het kaartje terug en haalt een nieuwe op. De rollen worden nu omgedraaid.
Veel plezier met bewegend buitenonderwijs!